Door de uitvaart worden de nabestaanden met de rauwe werkelijkheid van het sterven van één uit hun midden geconfronteerd. De overledene moet immers volgens de Wet op de Lijkbezorging binnen een vastgestelde termijn, gelukkig heeft men tegenwoordig meer tijd, naar zijn laatste bestemming, begraafplaats of crematorium, worden gebracht.
Tot in de jaren zeventig van de vorige eeuw nam men afscheid van de overledene met rituelen omdat het eenmaal zo hoorde. Bijvoorbeeld: een uitvaart was een uitvaart met liefst een stoet van vele volgauto’s achter de rouwwagen, de wagen waarmee de overledene vervoerd werd, en droeg men zwarte kledij.
De uitvaart is tegenwoordig een ophalen van de herinnering aan het leven van de nabestaanden met de overledene: wie hij / zij was / wat hij / zij voor de aanwezige rouweden betekende. Persoonlijke herinneringen worden in eigentijdse bewoordingen en persoonlijke rituelen opgehaald.
Twee voorbeelden van persoonlijke rituelen tijdens een uitvaart in mijn praktijk als uitvaartpastor:
+ Tijdens een uitvaart dronk een spreker enkele slokken bier om het blikje vervolgens op de kist van zijn cafémaat te zetten met de woorden: “bedankt makker !”
+ Toen ik op de begraafplaats kwam om een religieus ritueel te verzorgen tijdens de afscheidsdienst van een fervent motorrijder werd de rouwwagen waarmee de overleden motorliefhebber vervoerd geëscorteerd door tientallen motorrijders begeleid door de Politie, ook op de motor.
Na de uitvaart: worsteling met de werkelijkheid
Na de uitvaart volgt de ordening van vele praktische zaken die geregeld moeten worden: betalen uitvaart, opzeggen abonnementen, wijzigen van tenaamstelling of opzeggen van de bankrekening, keuze grafmonument, urn. Belastingen die betaald moeten worden etc. Dan nog te zwijgen over de afwikkeling van de erfenis, vooral als er sprake is van schulden ( hypotheek, consumptief krediet ).
“Wat heb ik aan rouwbegeleiding?”. zei een vrouw tegen mij tijdens een workshop over rouwbegeleiding, “mijn man schilde de aardappels voor mij en onze 5 kinderen. Nu moet ik het doen , zin of geen zin. Soms wil ik alleen maar huilen.”
Vinden de nabestaanden door het ophalen van de herinneringen met zelf bedachte rituelen tijdens de uitvaart kracht om door te gaan, door het regelen van zaken die de nabestaande niet gewend is te doen ervaart hij de werkelijkheid van het verlies van een dierbare naaste en worstelt met de werkelijkheid van het verlies van de ander.
Bron: LPRS, nov.2014, Sjaak