Veel nabestaanden nemen zo veel mogelijk zelf de regie in handen bij het samenstellen van de uitvaart. De tijd van de standaard kist, liederen of gezangen in de kerk of het kopje koffie met cake is voorbij.
Een uitvaart in Nederland wordt persoonlijker. De laatste jaren worden gekenmerkt door een overgang naar een uitvaart die past bij de overledene en de nabestaanden. Niet voor niets willen uitvaartorganisaties in hun uitingen benadrukken hoe ‘persoonlijk’ ze zijn.
De ontkerkelijking speelt hierbij een grote rol. In mijn eigen dorp maar ook in mijn eigen familie- en kennissenkring zie ik steeds vaker dat de uitvaartplechtigheid niet meer plaats vindt in de kerk maar in een rouwcentrum of crematorium. Maar het is lang niet zo dat alle mensen die niet-kerkelijk zijn ook niet-gelovig zijn. De priester of dominee is uit beeld geraakt. Hiervoor in de plaats kwamen de ritueelbegeleiders. Simpel en alleen omdat nabestaanden behoefte hebben aan ondersteuning bij het samenstellen van de afscheidsdienst met teksten, muziek, beelden, symbolen en rituele handelingen. De ritueelbegeleider maakt van de afscheidsdienst een geheel en voert eventueel het woord tijdens de dienst.
Mensen kiezen meer en meer voor crematie in plaats van begraven. Een keuze die vaak (door ouderen) lijkt te worden gemaakt vanuit de vraag: Wie zal straks mijn graf bezoeken en onderhouden? Een rationele benadering, terwijl ik wederom in mijn eigen omgeving toch wel eens de indruk heb dat crematie niet perse de voorkeur heeft.
De uitvaartwereld is in beweging. Speelt de plaatselijke uitvaartvereniging in op deze ontwikkelingen of heeft de vereniging nog steeds alleen maar een eredienst in haar pakket? Kan er gekozen worden tussen begraven of cremeren? Past de ritueel begeleider al in het pakket? Is de uitvaartbegeleider van de vereniging de persoon die de nabestaanden mee neemt / adviseert in het samenstellen van de uitvaartplechtigheid?
Veel gemeenschappen nemen zelf de uitdaging aan en vormen coöperaties. In dorpen wordt gewoon het laatste café opgekocht en met vrijwilligers geëxploiteerd om de ‘ontmoeting’ in het dorp veilig te stellen. In wijken en buurten en zeker niet alleen in de dorpen krijgt de burenhulp weer vorm. Mensen zoeken elkaar weer op.
Misschien moet de uitvaartvereniging als diep gewortelde organisatie in de plaatselijke gemeenschap, ontstaan vanuit de burenhulp, zich gaan oriënteren op deze gemeenschap en gaan nadenken of zij geen andere functie kan bekleden. De organisatiestructuur ligt er al.
Oisterwijk, 26 oktober 2017 (door Sjef van de Wiel).